Het ING heeft in de periode 2008 – 2009 volgens de geldende regels staatssteun ontvangen. Dat is de conclusie van het Europese Hof in Luxemburg nadat de Europese Commissie in hoger beroep was gegaan. In een eerdere zitting werd al eerder het oordeel geveld dat de ontvangen staatssteun legitiem was.
Zes jaar geleden klopte het ING aan bij de Nederlandse overheid voor staatssteun. Verschillende banken, waaronder het ING, kampten met ernstige tekorten nadat de Amerikaanse huizenmarkt in elkaar stortte. De Amerikaanse banken werden genoodzaakt hun bezit af te waarderen waardoor er een flink gat in de financiën ontstond. Vanwege hun formaat trokken deze banken ook banken in Europa mee en begon een economische crisis waar vandaag de dag nog steeds de gevolgen te voelen zijn.
De toenmalige minister van Financiën, Wouter Bos, stemde in met een staatslening van 10 miljard euro. Voor het ontvangen van deze steun moest het ING binnen een jaar op de proppen komen met een uitgebreid plan om de organisatie te herstructureren. Het ING voldeed aan deze voorwaarde waardoor het percentage dat de bank over de lening moest terug betalen werd verlaagd.
Deze aanpassing in de eerder gemaakte afspraken rondom de staatslening schopte de Europese Commissie tegen het zere been. Dankzij dit zeer lucratieve percentage ontving het ING uiteindelijk niet 10 miljard maar 12 miljard aan staatssteun. Een dergelijke lening zou volgens de commissie binnen de financiële wereld en het bankwezen nooit verstrekt worden waardoor het ING ten onrechte is bevoordeeld.
Het Europese Hof zette de argumenten van de Europese Commissie echter op zij door te stellen dat een dergelijke regeling in de praktijk onder deze voorwaarden ook door een particuliere investeerder uitgeleend zou kunnen worden. Door de rente te verlagen wordt de kans dat de lening in zijn geheel wordt terugbetaald groter.
De uitspraak van het Europese Hof zorgde ervoor dat het ING vandaag met 0,5 hoger afsloot op de beurzen.