Het ziet er naar uit dat Shell van start gaat met het inkrimpen van de productie van basisolie in Nederlandse raffinaderijen. Volgens het Financieel Dagblad, welke haar bevindingen baseert op interne informatie, zijn Q8 en Shell van plan om hun raffinaderijen in Nederland onder de loep te nemen en aantal fabrieken te sluiten.
Shell motiveert dit besluit aan de hand van de ingezakte vraag naar olie als basis grondstof en de zeer hoge kosten die gepaard gaan met het omzetten van ruwe olie tot basisolie. Hierdoor is het door laten draaien van een aantal fabrieken in Nederland, waaronder die in Pernis, niet meer rendabel.
De kersverse CEO van Shell, Ben van Beurden, stelt dat het sluiten van de fabriek in Pernis onvermijdelijk is. De nieuwe bestuurder van de multinational is vastberaden om alle onderdelen van Shell te analyseren en daar waar de kosten hoger uitvallen dan de baten, maatregelen te treffen.
Van Beurden maakt hierbij geen onderscheid tussen nieuwe en oude onderdelen van het bedrijf. Ook onderdelen in Nederland welke al decennia lang een belangrijke rol spelen voor Shell kunnen mogelijk, indien dit noodzakelijk geacht wordt, geschrapt worden.
Zo ook de basisoliefabriek in Pernis. Met het sluiten van deze fabriek gaan zo'n zeventig arbeidsplekken verloren.
Shell stopt niet geheel met het produceren van basisolie maar deze activiteiten zullen voorlopig niet in Rotterdam plaatsvinden. De vraag naar deze grondstof is echter door de aanhoudende economische crisis echter steeds verder ingezakt terwijl het aanbod gelijk is gebleven. Hierdoor zijn de winstmarges de afgelopen jaren steeds verder naar beneden gezakt. De winstmarges van Shell raffinaderijen aan de westelijke kust van de Verenigde Staten liggen zo'n vier maal hoger dan in Rotterdam.
Rotterdam was altijd een logische plek voor een dergelijke fabriek omdat de grote haven één van de belangrijkste havens is voor de opslag van ruwe olie. Hierdoor was het logistiek handig om deze ruw