Terwijl Alibaba zich opmaakt voor de grootste beursgang in de geschiedenis zijn Chinese autoriteiten bezig met een anit-monopoly verzet tegen bekende Amerikaanse bedrijven. De langverwachte beursgang van Alibaba op 19 september zal naar alle waarschijnlijkheid meer dan 24 miljard dollar ophalen. Een record in de Amerikaanse geschiedenis. Het is opmerkelijk dat het bedrijf dat dit record gaat vestigen is gevestigd in China, een land dat de Amerikaanse dominantie aanvecht.
Terwijl we de prestaties van ondernemers als Jack Ma, founder van Alibaba, moeten vieren, moeten we niet een andere realiteit vergeten. Voor alle zorgen dat de Amerikanen hebben omtrent geopolitieke en economische bedreigingen van China opent financieel en consumerend Amerika de deuren wagenwijd voor China terwijl dat andersom niet gebeurt. Er zijn 106 Chinese bedrijven met een beursnotering op de New York Stock Exchange en de Nasdaq. Ook staatsbedrijven als PetroChina en ChinaMobile, private firmas als Baidu en JD.com (Alibaba’s concurrent). Het aantal Amerikaanse bedrijven op de Chinese beurs? Nul.
Natuurlijk is dat niet helemaal een eerlijke vergelijking. Want China hanteert kapitaal controle en heeft geen, voor andere landen, bruikbare valuta. Het is niet logisch voor buitenlandse bedrijven om een beursnotering in China te verkrijgen, ook als China wel verwelkomend was geweest.
Deze ongelijke relatie is een reflectie van de Amerika-China handel. De openheid van de Amerikanen heeft de Chinezen in staat gebracht om vele goederen zonder moeite op een enorme consumentenmarkt te zetten. Tussen 2000 en het einde van juli 2014 was de Chinese handel goed voor 3,13 triljoen dollar in Amerika.
In de tussentijd ondervinden Amerikaanse bedrijven die zaken doen in China met regelmaat tegenwerking. Terwijl de Alibaba beursgang bijna staat te gebeuren ondervindt bijvoorbeeld Microsoft een ultimatum, wordt Qualcomm bedreigd met een boete van 1 miljard dollar en heeft Chrysler onlangs een boette van 5 miljoen dollar gekregen wegens het „hanteren van een prijs-monopoly”. Dat terwijl Chryslers marktaandeel in China slechts een halve procent is.
We kunnen de schuld geven aan de politieke asymmetrie van China’s één-partij regel, dat Chinese ondernemers enige politieke ruimte of stem weigert.
Maar Chinese ondernemers zouden niet moeten wachten op goedkeuring van de Communistische Partij, welke de V.S. als bedreiging ziet voor hun eigen kansen op overleving. Zij moeten hun aandeel hebben in de stabilisatie van de relatie tussen China en Amerika, het is immers ook in hun eigen belang.
Wanneer Jack Ma in triomf terugkeert naar China, met miljarden op de bank, kan hij zijn talenten als ondernemer mogelijk wijden aan een waardig doel: Amerika verkopen aan China.